-
1 prize
adj. gewaardeerd; bekroond; beloning waard zijnde--------n. prijs; bekroning--------v. kronen; waarderenprize1[ prajz] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————prize2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:prize a crate open • een krat openbreken→ prize out prize out/ -
2 lever
n. kraan; hefboom, koevoet; pedaal--------v. hefboom, (met een hefboom) optillen; wegwippenlever1[ lie:və] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 hefboom ⇒ koevoet, breekijzer————————lever2〈 werkwoord〉1 opheffen/verplaatsen door middel van hefboom ⇒ tillen/(los)wrikken♦voorbeelden:1 lever something into/out of position • iets op/van zijn plaats wrikken〈 figuurlijk〉 lever someone out of his job • iemand wippen, wegmanoeuvreren -
3 axman
n. houthakker, iemand die met een bijl werkt (als werktuig of als wapen); (Slang) rockgitarist of jazzsaxofonist -
4 bite
n. beet; (slange-) beet--------v. bijten; bijten (van aas)bite1[ bajt]♦voorbeelden:have a bite to eat • iets eten1 vinnigheid ⇒ bits(ig)heid; scherpte♦voorbeelden:that gin had much bite • die gin had een scherpe smaak————————bite21 bijten ⇒ toebijten, (toe)happen 〈 ook figuurlijk〉, zich (gemakkelijk) laten beetnemen; steken, prikken 〈 van insecten〉♦voorbeelden:1 the cold bit my fingers • de kou beet/sneed me in de vingersbite off • afbijtenbite at something • naar iets happen〈 informeel〉 what's biting you? • wat zit je dwars?bite off more than one can chew • te veel hooi op zijn vork nemenbe bitten with a passion for football • verslingerd zijn aan voetbal -
5 implement
n. gereedschap; werktuig; uitrusting--------v. uitvoeren, ten uitvoer brengen, verwezenlijken; uitrusten met werktuigenimplement1[ implimmənt] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 werktuig ⇒ gereedschap, instrument————————implement2[ implimment] 〈werkwoord; zelfstandig naamwoord: implementation〉1 ten uitvoer brengen/leggen ⇒ toepassen, verwezenlijken♦voorbeelden: -
6 facility
n. installatie, is met gemak te doen; werktuig, apparaat, middel; gemak; talent, kennis, bereidheid[ fəsillətie] 〈meervoud: facilities〉3 vaardigheid ⇒ handigheid, talent♦voorbeelden:facilities for laundering • gelegenheid om te wassenwhere are the facilities? • waar kan ik even mijn handen wassen?, waar is het toilet?a facility in/with mathematics • (een) talent voor wiskundehave an overdraft facility at the bank • rood mogen staan bij de bank -
7 drilling machine
n. boormachine (werktuig,een apparaat met boor voor het boren van gaten)
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский